P/P | r2c |
.January:
Mountain
Snow
"...Here the moment is given sufficient size and background, an eternity of open canvas for the imagining of paradise." from [A Place called] Hoonte, by Gerrit Achterberg This week, an image called Leeside of Cornice, the Alps. Also: twelve new translations of Lowland poems.
|
Twaalf Gedichten; Twelve Poems
The guest poems for this week are new English
translations of a set of twelve Dutch pieces.
The featured poets are, J.C. Bloem, Ingmar
Heytze, Paul van Ostaijen, Gerrit Achterberg,
Ed. Hoornik, Jean-Pierre Rawie,
Charles Ducal, Gerrit Krol, Judith
Herzberg,
Bert Schierbeek, Martinus Nijhoff
and Hendrik
Marsman.
Vragen
Een goede vraag
stelt elk antwoord
in haar schaduw.
Ischa Meijer
uit: De interviewer
Questions
A good question
places every answer
in its shadow.
Sneeuw Het sneeuwt. Om de weemlende stilte begeven hun vleugels den winden. De onzijdige hemel is niet te vermurwen gelijk het bestaan. - De rechtvaardige sneeuw valt over versmaden en over beminden. De sneeuw valt over de stenen waaronder de doden vergaan. J.C. Bloem uit: Sintels, 1945 |
Snow It 's snowing. To the swarming silence the winds give up their wings. The unbaised heavens are not to be mollified like existence. The righteous snows fall upon those scorned and those loved. The snow falls on the stones under which the dead decay. |
Vos onder
ijs Deze winter, bij het schaatsen: vos onder ijs. Twee dode ogen keken op alsof hij zo omhoog zou springen met open bek als het plotseling zomer werd. Ik vlucht voor honderd boeren. Water breekt. Ik zwem mij langzaam dood. Er is geen hoop, geen ademnood voor het langst. Ik voel niet eens meer angst. Mijn laatste woorden zijn gedacht: ik kan niet meer en spreken gaat niet hier. Het is eenzaam. Aan deze kant. Van het papier. Het is zo eenzaam hier. Ingmar Heytze (1970) |
Fox under ice This winter, while skating: fox under ice. Two dead eyes look up at me as if he were just about to leap up with open jaws if it suddenly became summer. I am fleeing from a hundred farmers. Water breaks. I am swimming slowly to death. There's no hope, no struggle for breath for the longest time. I don't even feel fear anymore. My last words have been thought: I can't go on and talking can't happen here. It is lonely. On this side. Of the paper. It is so lonely here. |
De Oude Man Een oud man in de straat zijn klein verhaal aan de oude vrouw het is niets het klinkt als een ijl treurspel zijn stem is wit zij gelijkt een mes dat zo lang werd aangewet tot het staal dun werd Gelijk een voorwerp buiten hem hangt deze stem boven de lange zwarte jas De oude magere man in zijn zwarte jas gelijkt een zwarte plant Ziet gij dit snokt de angst door uw mond het eerste smaken van een narkose Paul van Ostaijen (1896-1928) |
The
Old Man An old man in the street his little story to an old woman it is nothing it sounds like a spent tragedy his voice is white it's like a knife that has been honed so long that the steel has worn thin Like an object outside of himself this voice hangs above the long black coat The old bony man in his black coat is like a black plant See how fear chokes through your mouth the first taste of a narcosis. |
Hoonte
* Vlak voor de ramen aat het boomtheater. Insecten trekken strepen langs de ruit en vlinders buit'len om elkanders buit. Een dikke duif vliegt in de groene krater van bladeren, een duiker onder water, en komt er later even oud weer uit. Het leven, tegen dit decor gestuit, wordt speeltoneel terwijl ik kijk en staat er. Ik heb van de natuur nog nooit genoten als hier op Hoonte in de Achterhoek. Mariahoeve heet het hoge huis. Hier krijgt het ogenblik voldoende grootte en achtergrond, een eeuwig open doek voor de verbeelding van het paradijs. Gerrit Achterberg (1905-1962) uit: Hoonte 1949 |
[A Place called] Hoonte Close to the windows is the theater of trees. Insects make streaks along the panes and butterflies tumble about each other's booty. A plump dove flies in the green crater of leaves, a diver under the water, and emerges a bit later just as old. Life, bumped up against this décor, becomes as I stand and look here, a play. Never have I enjoyed nature more than here in Hoonte in the East country. "Maria farmstead" this old house is called. Here the moment is given sufficient size and background, an eternity of open canvas for the imagining of paradise. |
[Op
School] Op school stonden ze op het bord geschreven. Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn; Hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven, De ene werklijkheid, de andre schijn. Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven. Is van de wereld en haar goden zijn. Zijn is, boven die dingen uitgeheven, Vervuld worden van goddelijke pijn. Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten. Is naar de aarde hongeren en dorsten. Is enkel zinnen, enkel botte plicht. Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken, Is kind worden en naar de sterren kijken, En daarheen langzaam worden opgelicht. Ed. Hoornik (1910-70) |
[At School] At school they were both written on the board. The verb to have and the verb to be; With this time, and eternity were born, The one reality, the other illusion. To have is nothing. Is war. Is not life. Is to be of the world and its gods. To be, is to stand above those things, Become filled with heavenly pain. To have is hard. Is body. Is two breasts. Is to hunger and thirst for the earth. Is the duty of each pondering and bud. To be is soul, is listening, is making way, Is becoming a child and looking at the stars, And lifted up slowly toward that place. |
Interieur In dit met boeken volgestouwd vertrek Heb ik steeds minder anderen van node, Met al mijn aan de dood ontstegen doden Iedere nacht stilzwijgend in gesprek. Bij wie is wat ik liefheb nog in trek? Het meeste is al eeuwen uit de mode. Van wat ik deed, uit nood of om den brode, Rest enkel de grandeur van het echec. Maar ook al bood het leven nog zoveel Waar ik mijn tanden op heb stukgebeten, Een regel en de wereld raakt vergeten, Een rijm en het verscheurd heelal wordt heel: Alleen achter mijn schrijftafel gezeten Heb ik opnieuw aan heel de schepping deel. Jean-Pierre Rawie (1951) |
Interior In this room filled with book stacks on the ground I have come to need others less and less, With all my out of death transcended dead Each night in conversation without a sound. For whom is what I love still fashonable? Most of it is already centuries out of favor. Of what I've done, out of necessity or need, Only the grandeur of failure remains. But even when life has offered so much that caused me to hit my head against the wall, One line and the world is suddenly forgotten, One rhyme and the torn universe is whole: Seated alone behind my writing desk I am once again a part of all creation. |
Toch Vindt je vrouw dit leuk? vroeg de vriend aan wie hij zijn verzen liet lezen. Hij zocht een excuus. Het was er niet. Er stond wat er stond. Met reden. Toch bleef hij en wist niet waarom. Hij miste niet langer het stof op de wegen en verre vrouwen alleen voor de vorm. Ik heb je lief. Hij sprak het uit in de leegte, want als zij keek klonk het dik op de tong, als een excuus voor jarenlang gewenning. Toch was zij de enige die niet volstond. Poëzie is een daad van ontkenning. Charles Ducal (1962) |
And Yet Does your wife like this? asked a friend whom he had let read through his verses. He looked for an excuse. There wasn't one. What was there was there. For good reason. And yet he stayed and didn't know why. He no longer missed the dust of the roads and distant women just for their form. I love you. He said out loud into the void, for when she looked it sounded overstated as an excuse for years of being spoiled. And yet she alone could not be satisfied. Poetry is an act of negation. |
Zondagmiddag Die zondagmiddag in de stad - geslapen bij A. tot 12 uur, gelopen met een luchtbed door het park naar B. die nog niet wakker was, maar toch afgegeven en thee gehad en daarna weer door de stad, op de Nieuwendijk staan kijken om mij heen, een gewone, grijze, keiharde zondagmiddag, niets gezien. naar huis gegaan. Gerrit Krol |
Sunday Afternoon That Sunday afternoon in the city slept at A's till 12 'oclock, walked with an air matress through the park to B's. who wasn't up yet, but still delivered and had tea then again through the city standing at the Newdike looking around, an everyday, gray, brittle Sunday afternoon, saw nothing. went home. |
Vergeefs
Blaffen Een lege ochtend, Zondag zeker. Een hond die onzin blaft tegen de vreemde gevels, maar niet goed zeker niet honds genoeg, want niemand komt het raam uithangen, niemand roept woedend "Koest!" Judith Herzberg (1937) uit: Beemdgras |
Idle Barking An empty morning, Sunday no doubt. A dog that barks nonsense at the strange gables, but not good for sure not doggish enough, because nobody is hanging out of a window, nobody is yelling "Shut up!" |
Hoe hoe als je je met zorgeloosheid kon omringen en dat dat je ruimte was Bert Schierbeek |
How how if you could surround yourself with not a worry and that that was your space |
Het Kind en Ik Ik zou een dag uit vissen, ik voelde mij moedeloos. Ik maakte tussen de lissen met de hand een wak in het kroos. Er steeg licht op van beneden uit de zwarte spiegelgrond. Ik zag een tuin onbetreden en een kind dat daar stond. Het stond aan zijn schrijftafel te schrijven op een lei. Het woord onder de griffel herkende ik, was van mij. Maar toen heeft het geschreven, zonder haast en zonder schroom, al wat ik van mijn leven nog ooit te schrijven droom. En telkens als ik even knikte dat ik het wist, liet hij het water beven en het werd uitgewist. Martinus Nijhoff (1894-1953) |
The Child and I I wanted to go fishing one day, I felt a little despondent. I made between the cat's tails with a hand an air hole in the ice. Light rose up from underneath out of the black mirror ground. I saw an unsullied garden and a child who sat there. He sat at his writing table writing on a piece of slate. I recognized the word under the chalk; it was one of my own. But then he wrote it again with neither haste nor shyness, that which I in my life never had dreamed to write. And each time that I nodded to show that I knew, he let the water quiver slightly and it was erased. |
Vooruitzicht Over enkele dagen zal het verleden zijn. om te vergeten zal ik mij overgeven aan den warmen schijn van wijn en hartstocht; maar wat is wijn, wat kan de duiz'lende verrukking der liefde zijn naast het geluk van dertig woorden stuk voor stuk gezuiverd van den tijd? laat er geen wrevel zijn, bewaar mijn mond voor de jaloerse smaad en het armzalig gepraat van de onvruchtbaarheid. laat mij dankbaar zijn voor ieder lied! en doof de herinnering niet aan de drie gouden zuilen als het lot mij versmeten heeft en mij vervuilen laat als een vod. Hendrik Marsman (1899-1940) |
Looking Ahead In a few days it shall belong to the past. in order to forget I'll give myself to the warm glow of wine and passion; but what is wine, what is the dizzying rapture of love compared with the joy of thirty words one by one cleansed of time? let there be no rancor, spare my mouth the jealous indignity and impoverished chatter of impotence. let me be thankful for every song! and do not mute the memory of the three golden sails even if fate has scorned and tainted me like a useless rag. (all tr. Cliff Crego) |
| view / print Picture/Poem Poster: To Winter (86 K) | or download as PDF |
*
Gerrit Achterberg en de De "Gerrit Achterberg-fietsroute" "De beroemde dichter Gerrit Achterberg (1905-1962) heeft samen met Cathrien van Baak zeven jaren in de buurtschap Hoonte in de gemeente Neede gewoond. In de schitterende natuur rondom de herenboerderij "Mariahoeve" kwam hij tot rust. In Neede produ- ceerde hij zo'n negentig procent van zijn literaire werk. Op 27 juni 1946 trouwde hij met Cathrien in het gemeentehuis van Neede, met letterkundige Ed. Hoornik en uitgever Bert Bakker als getuigen. In Neede schreef Achterberg onder andere het beroemde gedicht 'Hoonte' (bundel 'Hoonte', 1949)." ...De "Gerrit Achterberg-route" van de VVV voert fietsers en wandelaars langs plaatsen in Neede waar- door Achterberg zich liet inspireren. Op vijf plaatsen zijn van hem gedichten op een plaquette geplaatst: "Dorp", "Hoonte", "Watertoren", "Waterval" en "Groeten uit Neede"." |
* Gerrit Achterberg
and the "Gerrit Achterberg bicycle route" [Dutch webpage] The famous poet Gerrit Achterberg (1905-1962) lived with Cathrien van Baak for a period of seven years in the neighborhood of Hoonte in the village of Neede. In the wonderful natural setting around the country estate, "Maria Farmstead", Achterberg found the peace and tranquility he needed to write. It is said that in Neede he produced approximately 90 percent of his literary output. On the 27th of June in 1946 Achterberg married Cathrien in the city hall of Neede, with the writer Ed. Hoornik and publisher Bert Bakker as their witnesses. Among other works, Achterberg wrote his famous collection, "Hoonte" (1949), in Neede. ...The "Gerrit Achterberg Route" of the VVV [the Dutch tourist organization] takes bikers and walkers along places in Neede that were special to Achterberg. At five different places boards with one his poems are on display: "Village", "Hoonte" (see above), "Water Tower", "Waterfall" and "Greetings from Neede"." |
Ingmar
Heytze over z'n eigen werk SchrijversNet 'In dit land kun je tot je zevenendertigste doorgaan voor jonge dichter.Eigenlijk is het vreemd dat dichters nog steeds als jong worden gezien op een leeftijd waarop een profvoetballer of een balletdanser het bos allang weer uitloopt. Ik zie poëzie als entertain- ment, zowel op papier als in de voordracht. Vorm, inhoud en metaforiek moeten helder zijn. Mensen verslijten je dan al snel voor cabaretier, rapdichter of songwriter, maar dat is onzin. Wie nu nog denkt dat poëzie een hogere status heeft dan songteksten of raps, heeft de jaren negentig gemist. Waarom zou Nijhoff in godsnaam meer voorstellen dan Bob Dylan of Def P?' (© SchrijversNet, januari 2000) Verder van Heytze: Het oog van de naald: Column En: http://www.heytze.nl |
Ingmar
Heytze on his own poetry SchrijversNet [Dutch website] "In this country [Holland] you can stillbe consid- ered a young poet even when you're 37. Really, it's strange that poets are thought of as young even at an age when a professional soccer player or ballet dancer would be considered over the hill. I think of poetry as entertainment, whether it's written down or in performance. Form, content and imagery should be clear. People are quick to write you off as cabaret entertainer, rap artist or song writer, but that's nonsense. Whoever still thinks that poetry is necessarily more important than lyrics or raps, has missed the whole point of the Nineties. Why should Nijhoff [see above] for christ's sake be considered more meaningful than Bob Dylan or Def P?" (tr. Cliff Crego) |
See also another website by Cliff Crego: The Poetry of Rainer Maria Rilke |
A presentation of 80 of the best poems of Rilke in both German and new English translations: biography, links, posters |